“Ik vond haar net een filmster, en dat vind ik nog steeds”
Echtpaar Groendijk uit Rotterdam
Getrouwd op 31 juli 1940
Aan de tafel in de kamer van de familie Groendijk heb ik een prachtig uitzicht over Rotterdam.
Het lijkt alsof de flat enorm groot is door het weidse uitzicht over het water met de Erasmusbrug, de Willemsbrug, de boten en de wolken.
In goed Rotterdams vertellen meneer en mevrouw Groendijk over de jaren die ze samen zijn.
“Vlak voordat de oorlog was begonnen, hebben we elkaar leren kennen.” Meneer Groendijk vertelt het bijzondere verhaal van hun ontmoeting. “Ik zat bij de marine. In die tijd was ik monteur van watervliegtuigen in Veere, Zeeland. Tijdens een verlof zat ik te eten met een vriend in een Rotterdams restaurant. We raakten aan de praat met een echtpaar. Deze man en vrouw vertelden over hun leuke dochters. Ze bleken vlakbij te wonen. Ik heb toen net gedaan alsof ik een pakje sigaretten ging halen, maar ben toen snel naar dat adres gegaan. Zij deed open, ik heb het verhaal uitgelegd en zij is met me mee terug gegaan naar het restaurant.”
Mevrouw kan zich deze avond nog goed herinneren.“We zijn die avond later samen naar een dancing geweest. Om half twee heeft ’ie me thuis gebracht. Ik moest meteen naar bed van mijn vader en moeder. Hij heeft nog wat gedronken met mijn ouders.” “Tja, zo ging dat toen,” legt meneer uit.
“Vanwege de oorlogsdreiging mocht hij de marinebasis in Veere niet verlaten. Ik moest bij ons volgende afspraakje naar hem toe komen. Mijn moeder zei: ‘Denk erom, je komt terug zoals je bent gegaan.’ Ik begreep echt niet wat ze bedoelde.”
“We besloten snel om te trouwen en dat deden we dan ook op 31 juli 1940. We hadden er nooit over gedacht om afspraken te maken over belangrijke zaken zoals geld. Dat is allemaal vanzelf goed gekomen.” Met een knipoog vertrouwt hij mij toe: “Ze is wel eens lastig, maar dat hoort erbij. Ik vond haar net een filmster, en dat vind ik nog steeds.”
Mevrouw Groendijk is na al die jaren ook nog steeds blij met haar man. “Hij doet alles voor me. Toen ik laatst erg ziek was, heeft hij me héél erg goed verzorgd. We hebben het leuk gehad. Ach, als één van de twee voor rottigheid zou hebben gezorgd, zouden we wel uit elkaar zijn gegaan.”
Tijdens hun huwelijk kregen ze drie zoons. De jongste zoon had als kind een hartafwijking. Hij onderging één van de eerste grote hartoperaties in Nederland. “Tijdens deze operatie heb ik in de auto rondgereden,” herinnert meneer Groendijk zich. “Gewoon maar rondrijden om de tijd door te komen. Tot op de dag van vandaag zou ik niet weten waar ik langs ben gekomen.”
“Hij is helemaal genezen. Omdat we zo blij waren dat alles goed was gegaan, hebben we hem soms wel een beetje verwend. Hij is nog steeds een ‘uitbundig’ type.”
“We hebben nog een zoontje gehad. Hij is gestorven Op tweeënhalfjarige leeftijd, is hij gestorven tijdens een kroepaanval. In mijn armen is hij overleden.” Na dit verhaal zijn ze een poos stil. Ze staren ze uit het raam en kijken uit over de Maas.
Dan vertelt mevrouw een verhaal over de tweede zoon. “Op een dag zat hij zich zó te vervelen,dat ik zei: ‘Ga wat doen! Ga leren vliegen!’ Zomaar uit de gek. Hij is op zijn fiets gestapt. Anderhalf uur later vloog er een vliegtuig over. Vlák over ons huis. Dat vliegtuig ‘zwaaide’ even in de lucht. Zoonlief had zijn eerste vliegles genomen.”
“We hebben lange tijd samen het bedrijf HEFTICA gerund,” vertelt mevrouw.
“Daarom gingen we vaak apart op vakantie, zodat de ander in het bedrijf kon blijven. Ik hield van wintersport. Ook ben ik naar Rusland geweest om iconen te bekijken en te kopen.”
Aan de muren van de flat hangen enkele prachtige exemplaren.
“Ik heb veel verre landen bezocht. Dit deed ik vaak met een reisgezelschap.” Haar vele souvenirs staan uitgestald in glazen vitrinekasten, die overal in hun appartement staan.
“We zijn allebei erelid van de Koninklijke Scherpschutters Vereniging Rotterdam.” “Ik heb na de oorlog mijn eerste schietles gehad. Ik wilde nooit meer zo machteloos zijn als ik me soms tijdens de oorlog heb gevoeld,” vertelt mevrouw.
“Ik heb mijn rijbewijs gehaald, ik heb leren paardrijden en ik ben scherpschutter geworden.
Later is mijn man ook meegegaan naar de vereniging, hij was al scherpschutter geworden bij de marine. Onze oudste zoon deelt deze hobby ook. En hij is ook al zo’n verzamelaar, net als wij. Hij verzamelt antieke wapens.”
In mijn auto en de auto van meneer en mevrouw Groendijk rijden we richting de schietvereniging.
Onderweg moet ik goed mijn best doen om ze bij te houden. Op de schietbaan wordt een elegant damespistool uit de tas gehaald. Als een echte filmster poseert mevrouw Groendijk. Haar trotse man staat aan haar zijde.
Dit is een van de 23 verhalen uit mijn boek Oude Liefde over stellen die 60 jaar of langer een liefdesrelatie hebben. Dit boek is uitgegeven door uitgegeven door Uitgeverij Gopher
ISBN 9789051797329
1 gedachte over “Ik heb na de oorlog mijn eerste schietles gehad. Ik wilde nooit meer zo machteloos zijn als ik me soms tijdens de oorlog heb gevoeld.”
Hartverwarmend stel. Mooi beeld van een tijdsgewricht en een generatie. Fijn verhaal om te lezen!